De een zijn dood is de ander zijn brood. Een Belg heeft op 8 januari 2015, 1 dag na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo, de slagzin ‘Je suis Charlie’ als merknaam gedeponeerd bij het Benelux merkenbureau. Hij deponeerde het woordmerk voor onder andere wasmiddelen, drukwerken, kleding, speelgoed, dranken, reclame en telecommunicatie (Klassen: 3, 16, 25, 28, 32, 35 en 38). Zijn actie kon op weinig begrip rekenen en stuitte op felle kritiek op onder andere Twitter. Op 14 januari heeft de aanvrager de aanvraag weer ingetrokken.

Dit is niet de eerste keer dat er iets dergelijks gebeurt direct na een aanslag. Ook de merken ‘Nine Eleven’ en ‘Boston Strong’ werden direct na de aanslagen in de Verenigde Staten als merk aangevraagd.

In Frankrijk heeft het Franse merkenbureau ook al een vijftigtal merkaanvragen gekregen voor de slogan ‘Je suis Charlie’. Het Franse merkenbureau heeft de aanvragen echter geweigerd. Reden hiervoor is dat volgens het bureau de slagzin niet geregistreerd kan worden voor economische doeleinden aangezien de slagzin al volop gebruikt wordt in de samenleving en daarmee onderscheidend vermogen mist voor de aangevraagde waren en diensten.

Evenals het Franse merkenbureau heeft beslist, ligt het in de lijn der verwachting dat ook het Benelux merkenbureau de aanvraag geweigerd zou hebben op grond van gebrek aan onderscheidend vermogen. Immers de slogan en strijdkreet ‘Je suis Charlie’ is inmiddels symbool geworden van de vrije meningsuiting in de samenleving.